top of page

Boekreview - The web of life

  • Anje
  • 5 aug
  • 13 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 8 aug

Op vakantie in de Jura. Een dagje regen nodigt me uit om het boek 'The web of life' van Fritjof Capra in te duiken. Het vroeg me verschillende dagen dit boek te doorgronden. Boeiend was het. Moeilijk eveneens: breed én diep tegelijk, gegrond in wetenschap en onderzoek.


Hieronder volgt een boekreview met een leestijd van om en bij de 15 minuten.


De insteek van het lezen van dit boek? Zicht krijgen op de wortels van het systemische denken. Ik leer dat het verband houdt met een paradigmaverschuiving die ongeveer honderd jaar geleden aanving: van het mechanistisch wereldbeeld van Descartes en Newton naar een holistisch en ecologisch wereldbeeld. Hoe dat allemaal verliep, is gedetailleerd te lezen in dit boek. Hieronder volgt een samenvatting.


ree

Over de auteur


Laat ik beginnen bij de auteur. Frithof Capra is een Oostenrijks-Amerkaans fysicus die ervan houdt om wetenschappelijke modellen, inzichten en paradigma's te onderzoeken en te omschrijven. Capra is geboren in 1939, hij is momenteel 86 jaar oud. Het boek dat ik deze zomer van hem las werd uitgegeven in 1996. Dat was het jaar waarin hij 57 jaar oud was en waarin ik afstudeerde aan de KU Leuven als Master in de Biochemie (de studierichting heette toen 'Biologische Biochemie'). De wetenschappelijke kennis die ik tussen 1990 en 1996 tot me kreeg via de bachelor in Geneeskunde, de enige kandidatuur Biologie en de master in Biochemie, dateert dus van dezelfde tijd als die waarin Capra dit boek schreef. Is hetgeen erin omschreven. staat dan outdated of nieuw? Het is een vraag die je jezelf kan stellen, want we zijn inmiddels 29 jaar verder in de tijd.


Van een machine naar een netwerk


Het boek 'The web of life' stelt een synthese voor van een reeks wetenschappelijke ontdekkingen zoals de 'theorie van de complexiteit', de 'Gaia theorie', de 'chaostheorie' en de 'studie van ecosystemen'. Capra gaat op zoek naar een 'systemisch' begrip van onze biologische en ecologische werkelijkheid.


Om dat goed en grondig te kunnen doen begint hij zijn verhaal bij Pythagoras, Plato en Aristoteles in de oudheid, vervolgens vertelt hij over het werk van mannen als Copernicus (15-16de E) en Gallileo (16-17de E), om van daaruit te schakelen naar het meer mechanistische 'structuralistisch' wereldbeeld van Descartes en via grote namen als Newton, Lavoisier, Darwin en Mendel door te steken naar het opzienbarende werk van wetenschappers uit de 20ste eeuw zoals Ilya Prigogine (University of Brussels), Humberto Maturana (University of Chile), Francisco Varela (Ecole Polytechnique in Paris), Lynn Margulis (University of Massachusetts), Benoît Mandelbrot (Yale University), Stuart Kaufmann (Santa Fe Insitute). Ook het werk van Gregory Bateson en vele anderen komt erin aan bod.


Van de éne wetenschappelijke ontdekking naar de andere, neemt Capra je als lezer mee op avontuur. Een verhaal dat start in een wetenschappelijke gemeenschap waar het wereldbeeld behoorlijk 'structuralistisch' is en alle erin aangetroffen 'elementen' tot in de diepte analyseert. Naarmate de tijd vordert ontstaat er geleidelijk aan een perspectief dat meer en meer 'systemisch' naar de werkelijkheid kijkt en onderzoekt wat er gebeurt in de tussenruimte van die elementen. Stap voor stap ontwikkelt dat wereldbeeld zich, via inzichten van honderden wetenschappers. Eén ding is zeker, een paradigmaverandering voltrekt zich niet over één nacht ijs maar over vele jaren van zorgvuldig vorsen. Om je een idee te geven: Descartes, de man van de uitspraak 'ik denk dus ik ben, en aanvoerder van het rationalisme, werd geboren in 1596, Prigogine, de grondlegger van de theorie van de dissipatieve structuren, in 1917 en Margulis, de mede-bedenker van de Gaia-hypothese, in 1938. Samen goed voor 342 jaar aan wetenschappelijk zoeken en vinden! Wetenschappelijk onderzoek vordert traag en doorbraken bouwen voort op het eindeloze geploeter van zij die voorgingen. 'De wetenschap' is één groot systemisch nooit eindigend geheel, waarbij we op de schouders van onze voorgangers steeds verder, dieper, maar vooral ook breder leren en kunnen kijken.


Via het boek wil Capra graag antwoord krijgen op een eenvoudige maar moeilijk te beantwoorden vraag: Wat is Leven? Het boek telt 308 pagina's aan dicht opeengedrukte regels in een fontgrootte van 10 punt. Best wat woorden en zinnen bijeen, dus hoe vat ik dat het best samen zodat lezers van deze boekreview die niet noodzakelijk exact-wetenschappelijk en/of filosofisch geletterd zijn er ook wat aan kunnen hebben?


Systemisch denken


Een cruciaal inzicht in het boek is dat we in de wetenschap gegroeid zijn vanuit het denken in bouwstenen (het organisme, het orgaan, het weefsel, de cel, het DNA, de genen, de moleculen, de atomen en de sub-atomaire deeltjes) naar het denken in systemen en netwerken. Je zou kunnen zeggen dat er een evolutie is van het denken in 'delen' naar het denken in 'gehelen' en van 'objecten' naar 'relaties'. Het woord 'network thinking' doet zijn intrede in de jaren 1930, het woord 'process thinking' in 1940.


Descartes (16-17de E) maakte een scheiding tussen 'geest' en 'lichaam' (the Cartesian division between mind and body) en de wetenschap focuste in grote mate op het begrijpen van dat lichaam. De 'geest' was veel moeilijker te vatten dus die lieten ze in eerste instantie links liggen. Pas in 1950, vanuit de tak van de cybernetica (de wetenschap die gericht is op het begrijpen van de sturingsmechanismen van biologische en mechanische systemen via feedback-mechanismen) slaagde Gregory Bateson erin om een eerste theorie te formuleren over de geest via zijn theorie 'concept of mind'. Deze theorie opperde een patroon van circulaire causaliteit die gebruik maakt van feedback loops. Het zal je wel niet vreemd zijn dat het denken in je brein op deze manier werkt maar bewijs dat dan maar eens wetenschappelijk... Bateson en companen brachten dit voor elkaar. De meest gekende verwezenlijking van de cybernetica is de computer. Om een computer te kunnen ontwerpen is het essentieel om na te denken over informatieverwerking. Een vergelijking met het menselijke redeneren is daarbij redelijk logisch. De idee van 'zelf-regulatie' was geboren!


In de jaren '50, mede onder invloed van de ontdekking van de dubbele helix-structuur van het DNA door Watson & Crick, ontstond er een nieuwe tak in de wetenschap: de moleculaire biologie. De genetica floreerde. Alweer raakte de wetenschap helemaal in de ban van het denken in delen. Eens de genetische code gekraakt zouden we over alle antwoorden beschikken. Niets bleek minder waar. Er kwamen wel antwoorden, maar toen er ontdekt werd dat slechts 5% van het DNA verantwoordelijk was voor de aanmaak van de eiwitten die levensnoodzakelijk zijn, ontstond natuurlijk de vraag waar de rest van het DNA -een gigantische fractie van 95%- dan wel voor zou kunnen dienen? Inderdaad, opnieuw voor die zelf-organisatie.


Inzicht 1: Het leven heeft een 'dissipatieve' structuur


De idee van zelf-organisatie blijkt inderdaad een centraal gegeven te zijn in een systemisch begrip van het leven. Opdat die zelf-organisatie zich oneindig kan blijven voortzetten, blijkt er een constante stroom van energie en materie nodig te zijn. Het patroon van zelf-organisatie laat zich moeilijk meten of kwantificeren. Wat is de relatie tussen chaos en orde? Hoe ontstaan patronen? Hoe reguleert een lichaam zichzelf? Een antwoord op deze vraag kwam van een Belgische onderzoeker. Het was Ilya Prigogine die ontdekte dat een lichaam bestaat uit een dissipatieve structuur.


Even Wikipedia erbij halen... Een dissipatief systeem is een systeem dat energie en materie uitwisselt met de omgeving en hierin geen thermodynamisch evenwicht bereikt maar een natuurlijke ordening bereikt. Meer zelfs: doordat de energie in het systeem blijft toenemen en er talrijke feedback-loops in werking treden, ontstaat er een nieuw onevenwicht waardoor er een nieuwe structuur kan ontstaan van een toegenomen complexiteit.


Keep it simple? Een veelgehoorde slogan op diverse terreinen. Niet van toepassing op onze eigen structuur, vorm en patronen. Het is net omdat het niet 'rechtdoor-eenvoudig' is, dat het 'rijk-complex' kan zijn. Het leven, zo blijkt, is per definitie, niet simpel maar floreert bij gratie van instabiliteit en verandering. In 1977 kreeg Ilya Prigogine de Nobelprijs van de Scheikunde voor zijn werk over de dissipatieve structuur van levende organismen. Zo verhelderde hij de structuur van levende organismen.


Inzicht 2: Het leven is 'cognitief'


Ongeveer gelijktijdig, was er Maturana, die zich in 1960 afvroeg over welke eigenschappen een systeem zou moeten beschikken om echt levend genoemd te kunnen worden. Hij noteerde daarvoor twee criteria: er is een circulaire organisatie nodig (opnieuw de feedback-loops) en het 'denken' moet zelf-organiserend of 'cognitief' opgebouwd zijn. Een levend systeem, zo stelde hij, is in de eerste plaats een 'cognitief' systeem. Met het woord 'cognitief' verwijst hij naar het reactievermogen dat kenmerkend is voor alle levende 'systemen': een dier dat aanvalt, een boom die groeit naar het licht, een pantoffeldiertje dat wegzwemt van een prikkel maar evenzo een cel die reageert op een externe prikkel, het foutenherstellend vermogen van het DNA en ga zo maar voort.


Inzicht 3: Het leven is een verhaal van 'autopoiesis'


Samen met Varela ontwikkelt Maturana in 1972 de theorie van de autopoiesis en nu komt het: een levend systeem bouwt zichzelf voortdurend op. De functie van elke onderdeel van een biologische systeem is om bij te dragen tot de productie en de transformatie van de andere componenten van het netwerk waartoe hij behoort. In de woorden van Maturana en Varela klinkt dat dan als volgt: 'In a living system, the product of its operation is its own organisation'. Voilà, het leven in een notendop. Het meest wonderlijke van dit alles is dat een systeem dit volledig automatisch doet op voorwaarde van het ontvangen van materie (voedsel) en energie (zuurstof, zonlicht, aandacht). Via de theorie van de autopoiesis werd het patroon van levende organismen verklaard. Het patroon van autopoiesis is niet enkel werkzaam in een organisme maar draagt ook bij tot de evolutie van de soorten.


Bateson werkte hierop door en probeerde verder woorden te geven aan de mentale processen van de 'mind', in het Nederlands best vertaald als de 'cognitie', hier te begrijpen in de brede betekenis van het woord. Processen voor leren, geheugen en besluitvorming, zo stipuleert hij, vinden niet enkel plaats in levende wezens maar ook in sociale systemen en ecosystemen.


De 'cognitie' vindt voor een stuk plaats in de hersenen en toch zijn deze niet noodzakelijk voor de aanwezigheid van het denken. Immers, ook een witte bloedcel kan begrepen worden als een cognitief systeem, met een geheugen en een modus operandus. Cognitie bestaat eveneens in organismen die geen hersenen hebben. De hersenen, zo zou je kunnen stellen, zijn dus enkel een structureel element waarin het proces van het denken plaatsvindt. En dus: ook het immunsysteem en het endocrien systeem laten vormen van denken toe. Meer en meer realiseert met zich dat het zenuwstelsel, het immuunsysteem en het endocrien systeem samen functioneren als één enkel cognitief netwerk, met andere woorden, alles is verbonden met elkaar en werkt op elkaar in.


Verbonden met het grotere geheel


Dissipatieve structuren zijn per definitie uit evenwicht, niet-lineair, instabiel en onbepaald. Dat is de natuur van het leven. Dit besef brengt ons in directe verbinding tot hetgeen wij 'de natuur' noemen.


Ook de natuur als geheel kan gezien worden als een dissipatieve structuur. Op geen enkele wijze is 'het leven' dat woont in de mens te onderscheiden van andere vormen van leven in de natuur. Een dissipatieve structuur combineert de stabiliteit van structuur met de vloeibaarheid van verandering. Dat laat levende systemen toe om te groeien, te ontwikkelen, zich voort te planten en te evolueren. Het levende systeem van de natuur is van die orde dat afvalstoffen voortdurend worden gerecycleerd en inherent deel uitmaken van de natuurlijke cyclus. Op die manier kent een levend ecosysteem geen afval en verbindt het gassen en zonlicht uit de 'hemel' met water en mineralen uit de 'aarde': de geboorte van de Gaia-theorie. Gaia, de Aarde, als levend systeem, een theorie die het licht zag in 1969 met James Lovelock als aandrijver en vele andere wetenschappers als mede-bedenkers zoals ook Lynn Margulis, één van de eerste vrouwelijke onderzoekers die vermeld wordt in dit boek.


Respect, samenwerking en dialoog dienen zich onvermijdelijk aan. Hoe kunnen we het leven vormgeven opdat de toekomstige generaties er wel bij varen? Een gedachte die zich volop ontwikkelde in de jaren '70 en nog steeds niet wijdverspreid lijkt te zijn.


De auteur verkent het ontstaan van het ecologische gedachtengoed en de ecologische scholen die ontstonden: deep ecology, social ecology en feminist ecology. Het levende systeem van Gaia wordt helemaal uit de doeken gedaan en ook de ontwikkeling van het leven wordt rijkelijk omschreven als was het een ontroerende beeldroman. Een ecologische visie, zo leer ik, overstijgt een holistische visie, omdat die niet enkel het geheel omschrijft maar ook de relaties van dat geheel met de omgeving. Regeneratief, weet je wel?


En de samenleving dan, wat voor systeem is dat?


Van het onderzoeken en omschrijven van ecosystemen is de brug makkelijk gelegd naar sociale systemen en de vele samenlevingsvormen die gangbaar zijn. In welke mate is er een verschil tussen een ecosysteem in de natuur en het maatschappelijk systeem dat wij mensen uitbouwen?


Het kan verrassend klinken maar wat daarin cruciaal blijkt te zijn is het gegeven van 'taal'.


Een belangrijke conditie die geleid heeft tot de ontwikkeling van de taal is de evolutie van de soorten. De mens als sprekend wezen, is nog niet zo 'oud' in het licht van de evolutie. Het spreekt dan ook voor zich dat wetenschappers zich altijd hebben afgevraagd wat de mens maakt tot de mens en hoe het komt dat de evolutie van de soorten heeft kunnen leiden tot het sprekend wezen dat we zijn.


De evolutie van de soorten is kunnen plaatsvinden door drie verschillende processen: mutatie, DNA recombinatie via de reproductie en last but not least: symbiogenese, het samenleven van verscheidene levensvormen in één enkel organisme. Voor wie wel wat afweet van celbiologie: de levende wezens kunnen worden opgedeeld in twee grote groepen: de prokaryoten, zonder celkern, en de eukaryoten, met celkern. Onze cellen hebben naast de celkern diverse organellen die de stofwisseling van de cel verzorgen. De mitochondriën, onze 'energieproductiecentrales', zijn daarin bijzonder want mitochondriën hebben zelf ook DNA en kunnen zich onafhankelijk reproduceren. Mitochondriën zijn prokaryotisch van aard. En net deze symbiose van prokaryoten en eukaryoten heeft geleid tot de verbijsterende ontwikkeling van de soorten met als voorlopig eindproduct ons allen gekend: de sprekende mens.


Taal creëert verhalen en werelden, samenlevingen en maatschappij, vrede en oorlog


De mens is het enige dier dat in staat is om abstract te denken in een wereld van taal, symbolen en gedachten. Daardoor heeft elke mens het vermogen om een externe en interne wereld voort te brengen. Waar mensen samenleven en samenwerken kunnen ze een gemeenschappelijke wereld mogelijk maken. We leven in een brede samenleving waar bepaalde wetten, regels en afspraken gelden. Tegelijk organiseren we ons leven in kleinere groepen, microsystemen als koppel, gezin, familie, cohousing, team, organisatie, koepel, partij, natie,... Elk van die groepen bestaat vanuit een eigen gecreëerde en bedachte wereld.


Ons bewustzijn laat ons toe 'bewust' te zijn van wie we zijn en wat we doen. Daarin onderscheidt de mens zich fundamenteel van de andere levende wezens. Een geschenk met een gouden lintje: verder kijken dan je neus lang is, zorgen voor het grote geheel.


Maturana formuleert het als volgt: 'We are aware that we are aware. We know that we know'. Helderder dan dat kan je het niet zeggen.


'To be human is to exist in language', voegt hij er nog aan toe. En daarmee slaat hij de nagel op de kop. Want, en met deze gedachte sluit Capra zijn indrukwekkende review af: 'To regain our full humanity, we have to regain our experience of connectedness with the entire web of life'.


Bewustzijn als drijvende kracht


En hoe landt dit alles in deze vrouwelijke lezer die dit boek in de zomer van 2025 uitlas in de Jura? Hieronder een persoonlijke interpretatie.


Dat de mens een uniek specimen is, is al eeuwenlang duidelijk. Dat we ons bewustzijn op vele manieren kunnen inzetten evenzo. Taal is cruciaal in het begrijpen en herbegrijpen, in het vertellen en hervertellen van ons leven en onze persoonlijke en gedeelde geschiedenis. Een leven van een mens kan op vele manieren verteld worden. Idem met het verhaal van een project, het proces binnen een organisatie, de geschiedenis van land. Het is onze taak en onze plicht om verhalen te vertellen, niet enkel het dominante probleemverhaal maar eerder de identiteitsverbredende herverbindende doch vaak ondergesneeuwde dunne verhaallijnen die makkelijk verdwijnen in de zee van miserie en ongeluk. Daartoe hebben we ons als mens te verbinden met een schrandere oplettendheid die ons toelaat om nieuwe verhalen te vertellen waardoor verbinding mogelijk blijft en samenwerking kan floreren.


Vanuit dat gezichtsveld ben ik blij dat ik me de voorbije jaren heb kunnen en mogen verdiepen in de narratieve praktijk, die geworteld is in een post-structuralistische kijk op het leven, mensen, groepen en hun problemen. Van een kijk op elementen naar een kijk op de onderlinge relaties. Van een kijk op delen naar gehelen. Van een mechanistische oplossingsgerichte mindset naar een systemisch en ecologisch netwerkdenken. Zo groeien we als mens, en als mensheid, naar een samenleven dat paradigma's overschreidt en in wonderen gelooft.


Er verstreken 342 jaar tussen Descartes en Prigogine. Als we dat getal toevoegen aan 2025 dan schrijven we 2337. Wie weet in welk paradigma leven we dan? Een paradigma van vrede, verzoening en vergeving 'doen', een paradigma van samenleven in evenwicht met de natuur, in een 100% circulair ecosysteem misschien? Of zou dat een idealistische illusie zijn?


Tijdens het lezen van dit boek werd ik op verschillende wijzen herinnerd aan mijn studietijd in de jaren '90. Ik vroeg me verschillende keren af of ik nu analytisch dan wel systemisch opgeleid ben. Het beste van de twee werelden zou ik zo zeggen. Met vakken als biologie, scheikunde, algebra, histologie, anatomie, microbiologie celbiologie en genetica zitten we eerder in het denken in elementen. Met vakken als fysica, psychologie, thermodynamica en biochemie komt er een nieuw perspectief binnengewaaid. De vakken fysiologie, ecologie, gentechnologie, quantumfysica en immunologie openen resoluut de systemische poort. Toch bleef alles tijdens mijn studententijd nogal in vakjes hangen, leefde ik van vak naar vak en zag ik de samenhang nog niet helemaal. Die samenhang vind ik mooi terug in het boek van Capla. Vanuit een soort van helikopterblik verkent hij meer dan twintig eeuwen wetenschappelijk onderzoek en beschrijft hij de trends die hij daarin waarneemt. Best indrukwekkend vind ik dat. Eveneens straf is dat er in mij, door het lezen van dit boek, iets integratiefs gebeurt met de kennis die ik lang geleden opdeed, toen mijn 'dissipatieve structuur' vele jaren jonger was.


Die jonge ik kreeg les van mannen. Het aantal vrouwen kon ik tellen op één hand. Dit boek telde vele namen. Het aantal vrouwen kan ik tellen op één hand. Dat is nu anders dan toen. In deze tijden dragen vrouwen ook bij tot de vondsten van de wetenschappelijke wereld. Misschien zal die invloed wel van belang blijken te zijn en zichtbare effecten hebben op de inhoud en de vorm van het onderzoek. Wie zal het zeggen? De toekomst wellicht...


De systemische blik die me werd aangereikt via mijn wetenschappelijk opleiding heeft me nooit losgelaten. Als vanzelf zoom ik uit om tegelijk ook in de zoomen. Alsof je gelijktijdig kijkt met een verrekijker en een microscoop waardoor je het vakjesdenken in disciplines en diploma's overstijgt en uitkomt bij iets inter- en transdisciplinair dat innovatie faciliteert. Het is een beetje als met de yin en de yang. Beide componenten dragen een element van elkaar in zich. De kenmerken van de elementen en die van het geheel zijn verschillend en toch ergens ook verwant. Niet volledig voorspelbaar weliswaar, maar de samenhang is er.


Die samenhang mogen zien en ervaren is wat ikzelf ervaar als de meest prettige professionele ervaring die er is. Het midden zoeken tussen element en geheel, tussen object en relatie, tussen ratio en intuïtie. De blik gericht op het grotere geheel waarin integratieve waarden bovendrijven. Waarden als respect, coöperatie, kwaliteit en samenwerking. Het zijn de waarden van de ecologische beweging, ook wel deep ecology genoemd, die zich blijvend te positioneren heeft ten opzichte van het eerder oude 'mechanistische' wereldbeeld met de kenmerkende waarden van expansie, competitie, kwantiteit en dominantie, waarden die nog steeds welig tieren op onze planeet. Het individualisme groeit, de verbinding raakt vaak zoek. Ook al is de wetenschap het rationele en mechanische wereldbeeld al lang ontgroeid, vele domeinen in de samenleving zijn dat helaas nog niet. Er zijn nog wat stappen te zetten, wat ijzers te smeden en wat harten te verbinden met elkaar.


En dan denk ik, misschien bestaat de meest ultieme vorm van verzet tegen oorlog, geweld en conflict er wel in om een warme verbinding aan te gaan met andersgezinden? In relatie blijven, ook als het schuurt. Makkelijk is dat niet, moedig is het wel.


Auteur: Anje Claeys


Misschien ben je wel benieuwd naar de narratieve praktijk en hoe je deze als consultant of coach kan inzetten in het begeleiden van organisaties, groepen en communities vanuit een post-structuralistisch en diep-systemisch perspectief? Welnu, Daphne De Wit en ikzelf zetten een opleiding in de steigers die gegeven zal worden door Sabine Vermeire van de Interactie-Academie. De titel van deze opleiding luidt: 'Narratieve ingangen bij werkbegeleiding, team-coaching en organisatievraagstukken' en zal doorgaan in 2026. Er zijn nog 14 plaatsen beschikbaar. Wil je daar meer over weten, stuur me dan een mailtje via info@anjeclaeys.be.
























 
 
 

Opmerkingen


bottom of page